Isoleer, isoleer, isoleer

De meest duurzame verwarming is de verwarming die niet gebruikt wordt. Daarom is de eerste tip: isoleer. In een maximaal geïsoleerde woning, gebruik je zo goed als geen bijkomende verwarming meer. Soms hoor je ook de termen bijna-energie-neutrale woning of zelfs passiefwoning. In die laatste types woningen is er bijna geen verwarming meer nodig, omdat ze opwarmen door erin te leven, te koken of door zonnewinsten. Dat wil zeggen dat de zon die in de winter nog schijnt op zo’n manier in de woning binnenvalt dat ze voor verlichting en verwarming zorgt. 

Wat dit type van woning wel nodig heeft, is een goede ventilatie. Die zal altijd mechanisch zijn en kan bijvoorbeeld warmte terugwinnen. Laat je dus door een vakman adviseren voor je aan het isoleren gaat. Voor het isoleren van een woning bestaan er in bepaalde situaties nog premies, controleer hier welke premies er via de stad Antwerpen te krijgen zijn.

(lees verder onder de afbeelding)

Centrale of plaatselijke verwarming

Nadat je je woning geïsoleerd hebt, bekijk je de verwarming die je hebt. Is het een plaatselijke verwarming, zoals een losse gaskachel? Dan vervang je die het best door een plaatselijke lucht-lucht warmtepomp. Je kan zo’n toestel plaatsen in elke ruimte die je wil verwarmen.

Heb je centrale verwarming en een condensatieketel? Doe dan de test of je ook op lage temperatuur je woning warm krijgt, dit is de tweede tip. Zet de condensatieketel op 50 graden in de koudste maanden en ervaar of je het snel genoeg warm hebt. Klassieke radiatoren werken vaak met een hogere temperatuur (tussen de 60°C en 75°C). Vloerverwarming werkt dan weer met een lagere temperatuur. Soms heb je in je woning echter voldoende radiatoren, zodat je ook met een lage temperatuur de woning aangenaam warm krijgt. Ook de extra isolatie kan je daarbij helpen.

Krijg je je woning snel genoeg warm met een lage temperatuur? Dan kan je ook de laatste stap zetten en gaan voor een duurzame verwarming. De meest logische keuze is dan een warmtepomp. Moet je enkel sanitair water (voor douche of bad) opwarmen? Dan kan je ook met een warmtepompboiler werken, dat toestel kan je soms combineren met je warmtepomp of een zonneboiler. Op termijn zullen in bepaalde delen van de stad warmtenetten op een hogere temperatuur beschikbaar zijn, waar je eventueel op kan aansluiten. Onderaan dit artikel lees je meer over warmtenetten.

Krijg je je woning niet snel genoeg warm met een lage temperatuur? Bekijk dan de mogelijkheid om op termijn over te schakelen op vloerverwarming of lage temperatuur radiatoren of convectoren.

(lees verder onder de afbeelding)

Tijdelijke oplossingen

Is je woning nog niet volledig gerenoveerd, kies dan tijdelijk voor plaatselijke verwarming door bijvoorbeeld elektrische kachels met een hoog rendement of een condenserende gasketel als er aardgas en centrale verwarming in je woning aanwezig is.

Zorg dat je je woning zo verbouwt dat de energievraag zeer laag is en een verwarmingssysteem op lage temperatuur volstaat om het in je woning aangenaam warm te krijgen.
Condensatieketels op stookolie, aardgas of pellets zijn niet meer toekomstgericht en in bepaalde gevallen (zoals nieuwbouw) al niet meer toegelaten.

Verwarmen met een houtkachel raden we ten zeerste af. Je schaadt met hout altijd je eigen gezondheid. Zelfs als je zo veilig mogelijk stookt. Bovendien kan de rook of geur hinderlijk zijn voor je buren. Lees hier meer over de problemen met houtstook.

Je woning verwarmen met kolen is in Antwerpen verboden.

(lees verder onder de afbeelding)

Steun bij verbouwingen

Kocht je een ouder huis of appartement en wil je dit grondig gaan renoveren? Misschien kom je wel in aanmerking voor de nieuwe Mijn VerbouwLening van Vlaanderen. Heb je nog vragen stel ze ons via dit formulier.

Meer over duurzaam verwarmen, vind je op de site van de Vlaamse overheid.

Warmtenetten

In Antwerpen wordt er ondertussen ook gewerkt aan zogeheten warmtenetten op een temperatuur van 80°C. Dit zijn netwerken van ondergrondse, geïsoleerde buizen die warmte tot in je woning transporteren. Vergelijk het met je eigen centrale verwarming, maar dan op maat van een stad. Het is een efficiënte manier om woningen, zeker appartementsgebouwen, te verwarmen. Een extra pluspunt aan deze netwerken is dat ze gevoed zullen worden met restwarmte uit industrie. Bedrijven die warmte als restproduct hebben, afkomstig van een productieproces, zorgen voor de warmte in het netwerk. Zo moeten er uiteindelijk veel minder fossiele brandstoffen gebruikt worden om je woning te verwarmen.

Op dit moment kan je een gewone woning nog niet aansluiten op een warmtenet. De eerste netwerken zijn te vinden op bijvoorbeeld Nieuw Zuid of Linkeroever waar ze nieuwe of vernieuwde appartementsblokken van warmte zullen voorzien. De komende jaren zullen er wel extra warmtenetten komen. In eerste instantie worden grote gebouwen aangesloten, daarna zullen ook kleinere units en woningen kunnen aansluiten. In een woning komt dan een warmtewisselaar ter grootte van een simpele gasketel die jouw verwarmingstoestellen voedt met warmte uit het netwerk. In vergelijking met een gasketel, heeft deze warmtewisselaar praktisch geen onderhoud nodig. De tips rond isoleren en de juiste verwarmingstoestellen voor je woning, blijven gewoon gelden.

Meer informatie over de Antwerpse warmtenetten lees je hier.